De rol van mensen met een verstandelijke beperking in geloofsgemeenschappen is snel aan het veranderen. Tot voor kort werden zij vooral gezien als een bijzondere groep waarvoor speciale pastores met een eigen deskundigheid werden aangesteld. Zodoende kwamen hun beperkingen vooral in zicht als handicaps. Nu dienen zij zich steeds vaker aan als gemeenteleden van lokale gemeenten en parochies. Daarom moeten zij niet langer beschouwd worden als speciale doelgroep of als voorwerp van diaconaal handelen, maar als medegemeenteleden. Hoe zien kerk en geloof er dan uit als de aanwezigheid als vanzelfsprekend wordt beschouwd? Wat moet een christelijke gemeenschap zijn, wil ze werkelijk een plek kunnen zijn voor allen, dus ook voor mensen die anders zijn? Wanneer is de kerk een inclusieve geloofsgemeenschap? Wat houdt dat in voor kernactiviteiten van een gemeente: leren, vieren, dienen, pastoraat, gemeenteopbouw.
In deze bundel wordt vanuit theologie en praktijk geprobeerd een antwoord op deze vragen te vinden. Het boek begint met een beschouwing over vreemdelingschap en gastvrijheid. Vervolgens geeft een keur van protestantse en rooms-katholieke auteurs, meestal vanuit eigen ervaring, voorbeelden van diverse praktijken. In die voorbeelden wordt duidelijk hoe mensen met een verstandelijke handicap een eigen plaats innemen in het leven van de christelijke geloofsgemeenschap. Hun aanwezigheid blijkt een uitdaging te zijn voor geloof, kerk en theologie. De voorbeelden en de reflecties daarop zijn wegwijzers naar een geloofsgemeenschap van en voor allen.
Beschikbaarheid: Op voorraad
€ 21,99
Bij ons betaalt u ongeacht de hoeveelheid boeken € 3,95 aan verzendkosten in Nederland.